Repeterende handelingen
Als steeds dezelfde bewegingen worden uitgevoerd, is er sprake van repeterend werk. Handelingen worden alleen repeterend genoemd als ze zich gedurende minimaal twee uur per dag voordoen of als ze minimaal één uur achter elkaar voorkomen. Bij repeterende bewegingen moet sprake zijn van een herhaalde, soortgelijke, relatief kortdurende bewegingen, vaker dan twee keer per minuut. Bewegingen waarbij ook een gewicht wordt getild of gedragen, worden alleen repeterend genoemd als het gewicht minder is dan drie kilo. Is het gewicht groter, dan is er in eerste instantie sprake van tillen of dragen.
Het gaat bij repeterende bewegingen vaak om een combinatie van een statische belasting in het bovenlichaam en een dynamische belasting van de armen. Statische belasting in het bovenlichaam (o.a. de schouders) veroorzaakt problemen met doorbloeding in de armen. Door een geringe doorbloeding kunnen zogenoemde RSI-aandoeningen (Repetitive Strain Injury) oftewel klachten aan de armen, nek en schouders (KANS) ontstaan. KANS is een verzamelbegrip voor diverse arbeidsgebonden chronische aandoeningen aan de bovenste ledematen. Meestal beginnen de klachten in de nek-schouderzone, daar waar de arm door het lichaam wordt opgetild. Later ontstaan ook klachten lager in de ledematen, zoals in elleboog, pols en vingers.
Factoren van belang zijn:
- langdurig achter elkaar werken;
- repeterende bewegingen in een hoog tempo;
- weinig pauzes;
- hoge werkdruk.
Extreme gewrichtsstanden, koude en grote krachtsuitoefening kunnen het ontstaan van de klachten versnellen.